Uitleg site
Hoofdmenu
Schoolherinneringen van juf Marja
Leeuwarden, 31 december 2007
Lieve en beste Titia, Sietze, Adrie, Willem, Willeke en Hans,
Vanaf het moment dat mijn directeur Dirk Brouwer mij kwam vertellen dat Eltjen overleden was, werd ik overspoeld door herinneringen aan hem. Door de jaren heen is hij altijd een van mijn liefste leerlingen geweest en zijn dood doet mij veel verdriet. Hij was zo’n goed mens. Ik geloof niet dat ik ooit kwaad op hem ben geweest.
Toen ik later de rouwkaart las en bij de afscheidsdienst was, werd ik getroffen door de herkenbaarheid van wat ik zag en hoorde. Het ging over Eltjen zoals ik hem, als zijn juf, gekend heb van oktober 1992 t/m juli 1999. Er werden twee liederen gezongen die Eltjen van mij geleerd heeft. Dat was heel ontroerend. Toen ook nog mijn naam genoemd werd tijdens Eltjens levensloopschets, besefte ik dat ik voor hem net zoveel betekend heb als hij voor mij.
Tijdens de dienst al nam ik mij voor mijn herinneringen aan Eltjen voor jullie op papier te zetten. Het zijn allemaal losse verhaaltjes geworden. Bij bijna ieder schoolvak schiet me wel een uitspraak van hem te binnen. Er zijn herinneringen bij die overeen komen met wat jullie van hem meegemaakt hebben, maar er zijn er misschien ook waar jullie even door verrast worden, want hoe Eltjen op school was, weten de meesten van jullie niet.
Het heeft even geduurd voor ik de tijd en rust kon vinden om mijn materiaal te verzamelen.Ik hoop dat ik jullie hier een plezier mee doe; dat jullie af en toe met een glimlach kunnen denken: ”Ja, zo was onze Eltjen.”
Met hartelijke groet,
Marja Kiers-Bevaart
Praten / Lezen
Oktober 1992. Eltjen zat in de jongste groep van De Rank. In de zomervakantie had zijn juf een ongeluk gekregen. Na de vakantie was er een invalster, die met zwangerschapsverlof ging en een andere invalster die vervroegd uittrad. Toen kwam ik.
Wat was hij een klein, aandoenlijk mannetje. Ik had meteen een zwak voor hem.
Communicatie met Eltjen viel niet mee in die tijd. Hij articuleerde slecht waardoor hij bijna onverstaanbaar sprak. Soms was dat komisch, bijvoorbeeld als hij vol verwachting zijn broodtrommeltje open maakte en juichte:”Jammie, lappetaas!” (geraspte kaas), maar natuurlijk moest er iets aan zijn spraak verbeterd worden. Daar kreeg hij logopedie voor, maar bovendien liet ik hem veel van wat hij zei herhalen en nog eens herhalen. Gelukkig werd hij daar niet moedeloos of ongeduldig van (anders had ik dat niet kunnen volhouden), maar probeerde hij steeds weer duidelijker te zeggen wat hij bedoelde. Zijn spraak is echter pas goed verbeterd toen hij leerde lezen. Vanaf het moment dat hij klanken (letters) aan elkaar kon rijgen tot woorden, besefte hij dat gesproken taal ook uit afzonderlijke klanken bestaat, die allemaal uitgesproken en gehoord moeten worden. Nog zo’n grappige uitspraakverbastering: tijdens een van de eerste zwemlessen, hij was toen nog erg bang, wilde ik hem laten drijven. Ik hield hem goed vast, maar in zijn angst greep hij het decolleté van mijn badpak en rekte dat een heel eind uit. Op slag leek zijn vrees verdwenen, want hij riep enthousiast:”Wouwie, bozzies!”
Hem leren lezen was in meerdere opzichten een aardigheid. De spraakverbetering was een gelukkige bijkomstigheid; het ging (en gaat) natuurlijk primair om de verbreding van de belevingswereld. En er ging een enorme wereld voor Eltjen open, want hij leerde goed lezen, het ene na het andere boek, op het hoogste (basisschool) niveau en begreep alles wat hij las. Dat bleek uit het feit dat hij van wat hij las een toneelstukje maakte met stemmetjes en gelaatsuitdrukkingen. Er kwamen eens ouders op bezoek in de klas, die op een gegeven moment tegen mij zeiden:
”Er zit er daar een te huilen, hoor.” Dat was niet zo; het was Eltjen die een zielig verhaal zat te lezen.
Bovendien leerde hij ook op redelijk niveau schrijven; kwam zelfs zover (mijn hoogste streven!) dat hij eigen gedachten op papier kon zetten.
Hem toetsen was moeilijk. Hij begreep niet dat bij het lezen van een tekst niet alleen gelet werd op het aantal fouten, maar ook op het tempo. Midden in een zin kon hij stoppen, omdat hij iets wilde vertellen. Bijv. bij het lezen van het woordje bal, zei hij: ”Ik ook-e bal, thuis, rooie bal.”
Dat lezen heeft hij overigens niet alleen van mij geleerd, maar ook van de vrijwilligers die daarbij kwamen helpen d.m.v. het geven van individuele beurten: jij was de eerste, Titia, en je werd gevolgd door Wytske & Wopke Nicolai, de ouders van Klazina.
Eten / Koken
Toen Eltjen nog een klein ventje was, at hij bijna met zijn neus in zijn bord. Het eten leek meer op naar binnen schuiven, direct van het bord in zijn mond, dan op happen nemen. ’t Was wel handig, want zo werd het knoeien beperkt. Omdat de kinderen altijd brood uit een trommeltje kregen, stelde ik in dat ze eens in de week zelf een boterham mochten smeren en snijden. Wat was dat moeilijk voor hem. Hij had weinig kracht in zijn handen en de messen waren veiligheidshalve natuurlijk niet zo scherp. Onderstaande foto toont Eltjen met een broodje pindakaas. De andere kinderen hebben hun bord al leeg.
(We werkten aan het thema Beroepen. Die week was politieweek, vandaar de “politiepetten”. Er kwam toen een heel aardige agent bij ons op bezoek, een echte “De politie is je beste kameraad”- man. Daar heeft Eltjen misschien wel zijn liefde voor politiemannen aan overgehouden. Zelfs als ze een bon gaven, hè Willem?)
Vanaf zijn twaalfde jaar kreeg Eltjen “kookles”. We begonnen met broodjes met allerlei gezond beleg, voornamelijk om groenten en vruchten te leren snijden en raspen. De regel was: Je maakt klaar wat de opdracht is. Je moet één hap proeven en als je het dan echt niet lekker vindt, hoef je het verder niet op te eten. ’t Was nooit een probleem om Eltjen te laten eten wat de pot schafte. Er was slechts een ingrediënt waar hij een hekel aan had: ei. Toch protesteerde hij niet tegen het broodje zelfgemaakte eiersalade. Hij at er smakelijk van … dacht ik. Toen ik na schooltijd het lokaal opruimde, vond ik onder zijn tafel allemaal stukjes eiwit.
We maakten ook een keer een omelet. Ieder kind een eigen omelet. Protest van Eltjen: ”Luzze nie ei; luzze nie ei.” Om de paar minuten zei hij het weer en ik antwoordde steeds: ”Klaarmaken en één hapje proeven, Eltjen.” Dat deed-ie. Ei breken: “Luzze nie ei”; melk, peper en zout erbij: “Luzze nie ei”; klutsen, in de pan, deksel erop: “Luzze nie ei”; wachten, deksel eraf: “Izze nie ei, izze pankoek.” “Nee jongen, het is een ei; je hebt het toch zelf klaargemaakt?”
“Izze nie ei, izze pankoek!”Hij heeft ’m heerlijk opgepeuzeld!
Daarna leerde hij soep maken uit pakjes van 1 en 1½ liter en diverse toetjes uit pakjes om te leren werken met de maatbeker. Het ging hem allemaal goed af. Recept lezen, vloeistof afmeten, wegen, de tijd in de gaten houden, hij begreep het allemaal.
Volgens mij vond hij een slaatje maken het leukst en het lekkerst. Het pellen van de aardappels was een aardig geklieder, want we kookten ze in de schil. De velletjes blijven dan bij het afpellen aan je vingers kleven. Dan zat Eltjen hevig met zijn handen te wapperen om ze kwijt te raken.
Biologie
Een interessant vak voor Eltjen, zolang het aan de hand van films en foto’s werd gegeven. Maar ik vond het belangrijk om, zo vaak als dat mogelijk was, levende dieren in de klas te halen: wormen, slakken, pissebedden e.d. om ze goed te bekijken onder de loep en ze aan het eind van de les op te pakken en naar buiten te brengen. Aanvankelijk een onmogelijke opgave voor hem, maar bij het ouder worden overwon hij zijn angst en durfde hij zijn “eigen” slak op te pakken en buiten te zetten. We gingen een keer naar Ryptsjerk, waar ik toen in een boerderij woonde, om onze geiten, varkens, pony’s, paarden, kippen, duiven, honden en katten te zien. Eltjen vond ze allemaal even lief, zei ook steeds: “Lieieief…”, maar bleef wel op afstand. Het voer dat hij mocht geven werd ook van een afstand toegeworpen en tot ponyrijden was hij niet over te halen. Het heeft hem heel goed gedaan dat jullie een hond namen, Sietze en Adrie. We gingen ook naar een echte boer met een stal vol koeien en toen verbaasde me hij me, want daar mochten de kinderen meerijden in de tractor en dat vond Eltjen zo belangrijk dat hij zijn hoogtevrees overwon en erin klom. Een behoorlijk hoge instap, zeker voor een kind.
Rekenen
Met rekenen had Eltjen meer moeite dan met lezen. Toch heeft hij ook dat aardig onder de knie gekregen, maar nooit los van hulpmateriaal. Elk sommetje werd gemaakt met blokjes en staafjes (lossen en tienen) en toen ik vond dat hij onder de 10 uit zijn hoofd moest rekenen, zat hij stiekem onder de tafel op zijn vingers te tellen.
Praktisch rekenen ging hem goed af: klokkijken, geldherkenning, eenvoudig meten en wegen.
Aardrijkskunde
Dit was een moeilijk vak voor hem. We begonnen met het bouwen van huizen van allerlei materialen, die we van alle kanten bekeken, ook van bovenaf. Het idee daarachter was om de leerlingen te laten zien dat dingen er van bovenaf anders uitzien dan van opzij. Ook dat dingen steeds kleiner worden als je hoger klimt. Eltjen klom echter niet; met moeite en stevig vasthouden kon ik hem op een stoel krijgen, dat was hoog genoeg voor hem. We zijn ook naar boven gegaan in de hoogste flat van Drachten, maar Eltjen durfde niet dicht bij de balustrade te komen. Op een film van Bassie en Adriaan zagen we hoe de wereld er vanuit een vliegtuig uitzag. Daarna gingen we de plattegrond van de school en het plein bekijken, ons voorstellend dat we in een vliegtuig zaten en dat het dak van de school afgewaaid was. Bij vragen als: “Waar komen we de school binnen?”, “Waar is ons lokaal?” e.d. zat Eltjen met zijn hoofd in zijn handen te zuchten: “It zie nits; it zie nits.” Nog een stap verder: met de plattegrond van Drachten door de wijk wandelen, was natuurlijk ook te moeilijk, maar daarbij had Eltjen het voordeel dat hij goed lezen kon. Hij kon de anderen helpen met het lezen van de straatnamen.
Drama
Dat was een van zijn favoriete vakken. Ook als we niet met drama bezig waren, maakte Eltjen zijn eigen toneelstukjes als hem dat goed uitkwam. Zo probeerde hij bijvoorbeeld via toneelspel “legaal” te knuffelen. Hij was van nature een heerlijke “krûpkont”, maar daar moest ik grenzen aan stellen. Bij het binnenkomen en het naar huis gaan een knuffel, probeerde ik als regel te hanteren, maar dat was veel te weinig voor Eltjen. Toen hij het bijbelverhaal van Jozef en de vrouw van Potifar hoorde (hij zal 12, 13 jaar geweest zijn), pakte hij me steeds op onverwachte momenten beet en zei dan: “Jij Jozef, ik vrouwtje Potifar. O Jozef, ik hou zo van jou, kom bij me!” Dan had-ie me weer, want dan moest ik lachen en gaf ik hem toch weer even een knuffel.
Bij slecht weer gingen we in de pauzes niet naar buiten, maar keken we naar tekenfilmpjes. Een van zijn lievelingsfilmpjes was Precious Pup. Dat ging over een oud vrouwtje dat een gemeen hondje had, maar dat niet zag, omdat het hondje haar altijd kon misleiden met een valse glimlach en heel veel kusjes op haar hand. Jullie snappen het zeker al; als we dat filmpje hadden gezien, kon Eltjen weer wekenlang het valse hondje spelen en gaf hij me te pas en te onpas zoenen op mijn hand, waar hij dan ondeugend bij lachte en waar hij de lachers ook mee op zijn hand had. Ja, hij speelde graag de clown, zoals op onderstaande foto met zijn koppie scheef.
Zijn geknuffel leverde hem wel de bijnaam Eltjen Slijmbeltjen op. Dat vond hij niet erg; het werd een spelletje. Hij zei: “Lieve Mar…” en dan antwoordde ik: “Eltjen Slijmbeltjen.” Dat heeft hij volgehouden zolang hij op school zat, want nadat hij les kreeg in een ander gebouw zag ik hem nog wel eens bij invalwerk of als ik de leerlingen van Leerweg Zorg ging toetsen.
Tegen zijn duim praten was ook een toneelstukje van hem. Ik heb nooit geweten waar het vandaan kwam. Misschien na het maken van vingerpopjes, wat we op school wel eens deden. Ineens begon hij ermee en hij heeft er, voor zover ik weet, nooit meer afstand van genomen. Hij zal het thuis ook gedaan hebben, veronderstel ik.
Hij hield ook van verkleden. Dan moest het wel stoere kleding zijn. Hij ging niet in dameskleding lopen. We hadden allerlei beroepskleding: een politiepak, een brandweerpak, een postbodepak – dat vond hij mooi. We kregen eens een MBO-leerling, die een stageplaats zocht, op bezoek. De directeur verscheen met hem in de deuropening van het lokaal en we schrokken bijna allemaal even van hem, want hij had een zwartleren pak aan, een leren hoed op, een lange dreadlock voor zijn gezicht en piercings in lippen, neus en wenkbrauwen. Alleen Eltjen schrok niet. Die sprong op, ging voor hem staan en keek hem vol bewondering van boven tot onder aan, uitroepend: ”Wouwie, Toppop!” Dat was een geweldige ijsbreker!
Voor toneelspel is inlevingsvermogen nodig. Daar ontbrak het Eltjen niet aan. Hij kon oprecht meeleven met iemand die verdrietig was of pijn had. Hij kon ook troosten.Hij was pas 7 of 8 jaar, toen we praatten over het overlijden van (ik meen) een beppe van Klazina, in de sfeer van: Klazina en haar heit en mem zijn verdrietig omdat ze beppe zo missen, maar beppe viert nu feest bij God. Toen maanden later collega Alie op school bericht kreeg dat haar vader plotseling overleden was, zei Eltjen heel lief: “Alie heit danst met Klazina beppe inne hemel.” Hij leefde zich ook intens in bij de bijbelverhalen die hij hoorde. Als hij er tranen van in zijn ogen kreeg, kreeg ik ze soms ook.
Muziek
Daar heeft hij ook veel plezier aan beleefd. Hij zong, klapte en danste heel enthousiast. Ik had verschillende dansen bedacht op de muziek van The Lion King. Eltjen kon zich moeilijk op de dansen concentreren omdat hij (van zichzelf) de teksten mee moest zingen en dat kostte al inspanning genoeg. Daar was hij dan niet vanaf te brengen, hoewel ik dat wel probeerde, want het ging in die lessen primair om het dansen. Hij kon ook niet midden in een liedje stoppen, als het tijd was voor de volgende les; alle coupletten moesten uitgezongen worden en dan stopte hij pas.
Titia kwam hem eens ophalen om naar een (tand?)arts te gaan. We zaten middenin het liedje Efter de pleats fan Omke Geart, een lang, zogenaamd stapellied en een van zijn lievelingsliedjes. Titia en ik konden hoog of laag springen, Eltjen ging niet mee. Toen heb ik doorzingend zijn tas gepakt, hem in zijn jas geholpen en Titia hem naar buiten begeleid.
Het lied Een Parel in Gods Hand zong hij vol overgave, vooral de zin: Al zegt mijn broertje steeds:” Wat stout ben jij! (daar keek hij dan heel boos bij)” God houdt van mij! God houdt van mij! (dan keek hij triomfantelijk). Daarbij zal hij dan wel gedacht hebben aan een broederlijke ruzie met Willem.
Gymnastiek
In die tijd hadden we nog geen vakleerkracht. Ik gaf de gymlessen zelf. Jullie zullen je voor kunnen stellen dat Eltjens grote probleem zijn hoogtevrees was. Een klimles in het wandrek was vreselijk voor hem. Dat lag niet speciaal aan het feit dat hij omhoog moest, maar ook aan de constructie van het rek. Als ik een bank schuin tegen een trapezium of tegen het rek plaatste, durfde hij (“ Goed vasthouden, hoor Mar!” ) hoger te lopen dan dat ik hem in het wandrek kon laten klimmen, terwijl ik hem daarbij net zo goed vasthield. Met veel moeite heb ik hem uiteindelijk op de derde sport van het rek gekregen. Toen hij dat bereikt had, riep hij uit:” Eltjen is een held!” (n.a.v. een lied: Maar David heeft op God vertrouwd en David is een held). Het mooie was dat niemand van de leerlingen hem daarom uitlachte. Integendeel, hij kreeg een applaus.
Onlangs vroeg ik onze vakleerkracht LO, of ze zich herinnerde hoever Eltjen bij haar in het klimrek durfde. Zonder erover te hoeven nadenken, zei ze: ” Ja, tot op de derde sport.”
Het klimrek is dus al die jaren een probleem voor hem gebleven.
Aan alle andere opdrachten deed hij wel enthousiast mee. Schommelen (in een heel groot neerlaatbaar net) vond hij heerlijk. Daar kon de hele klas tegelijk in zitten de moedigen hoog en Eltjen natuurlijk laag.
Ik begon elke les met links-rechts coördinatieoefeningen (om de samenwerking tussen beide hersenhelften te bevorderen), bijvoorbeeld kruislopen, (lopen terwijl je achtereenvolgens met je rechterhand je linkerknie en met je linkerhand je rechterknie aantikt). Eerst leek het wel alsof Eltjen ernstig lichamelijk gehandicapt was. Hij wrong zich in allerlei bochten, stond bijna stil met zijn neus op zijn knieën om het voor elkaar te krijgen, terwijl de bedoeling was dat hij rechtop doormarcheerde. Hij heeft het geleerd en hij was zo trots als hij iets geleerd had. Dat werkte altijd in zijn voordeel: hij wilde graag leren en werd nooit moedeloos bij het oefenen.
Vriendschap / Liefde
Toen ik op De Rank kwam, was Klazina daar ook pas gekomen. Ik zag meteen dat zij en Eltjen meer om elkaar gaven dan gewone vriendjes en vriendinnetjes doen. Het was echt een bijzondere verhouding voor zulke jonge kinderen. In het eerste jaar was er geen verstoring in hun relatie. In het tweede jaar kwam Nathalie, een vriendinnetje van Klazina en dat was soms heel moeilijk voor Eltjen. Klazina moest haar aandacht verdelen en vaak had zij samen met Nathalie van die echte meidenspelletjes en giechelbuien, waar hij buiten stond en daar was hij dan aandoenlijk diepbedroefd over.
Het was een opluchting voor hem dat Nathalie in de jongste groep bleef, toen hij en Klazina naar een hogere groep gingen.
Toch heeft hij zelf ook eens een andere verliefdheid beleefd. Dat was in het laatste jaar in mijn groep, op Yvette. Zijn liefde voor Klazina had daar echter niet onder te lijden. Ik denk dat hij Yvette gewoon mooi vond. Dat was ze ook lang en slank, half Indonesisch, met een prachtige teint en lang zwart haar. Bovendien had ze ook nog een lief karakter. Ze heeft hem heel vaak Eltjen Slijmbeltjen genoemd, maar altijd vriendelijk lachend. Ze was wel eens wat verlegen onder zijn aandacht.
Ik heb bij het volwassen worden van Eltjen en Klazina altijd gehoopt dat ze na hun schooljaren contact zouden kunnen houden en misschien zelfs in dezelfde woonvorm zouden kunnen wonen. Het maakte me blij toen ik in de afscheidsdienst hoorde dat zij nog steeds zulke goede vrienden waren.
Op de foto, genomen in een van de schoolkampen in Echten, zitten de leerlingen te luisteren naar de instructies van een piraat om een schat te gaan zoeken. Eltjen en Klazina zitten op de achtergrond. Op andere foto’ s zijn de haantje-de-voorste types te zien die zitten en staan vlakbij de piraat. Toen ik bedacht dat ik mijn herinneringen voor jullie zou gaan opschrijven, dacht ik dat ik ook wel veel, voor jullie onbekende, foto’ s zou hebben. Het viel mij tegen dat ik van Eltjen maar zo weinig foto’ s heb. Dat komt waarschijnlijk doordat hij zo bescheiden was.
Schoolkamp. Dat brengt me ineens bij de gedachte aan Speelstad Oranje, waar we enkele malen zijn geweest. Al die hoge en snelle attracties boeiden Eltjen niet zo, maar er was daar ook een bioscoopzaaltje waarin tekenfilms van Walt Disney vertoond werden. Iemand van jullie noemde het al tijdens de afscheidsdienst Eltjen kon ze woord voor woord dromen. Heel irritant voor de andere kinderen in de zaal was dat hij dan net even vooraf al zei wat er ging komen. Dat had veel boze sssssssst-geluiden tot gevolg, waar hij zich niets van aantrok. Ik kon hem er wel mee laten ophouden (“ Oké , lieve Mar… ” ), maar als hij er met een stagiair(e) was, zat die ó f zich slap te lachen ó f zich te generen.
Afscheid
Op onze laatste schooldag samen besprak ik de rapporten met de leerlingen en had ik voor de leerlingen die afscheid namen een toespraakje voorbereid. Toen ik Eltjen toesprak, vertelde ik dat wij zeven jaar samen in dezelfde groep(en) waren geweest dat hij, toen ik hem voor het eerst zag, een heel klein ventje was, dat nog niet goed kon praten, lezen, rekenen, zwemmen, maar dat hij nu een grote kerel was die heel veel kon en daarom naar een andere groep mocht. Aanvankelijk keek hij me lachend aan, even later boog hij zijn hoofd. Ik dacht:” Wat reageert hij vreemd” , maar ineens zag ik druppels op de grond vallen. Het werd een emotioneel afscheid Titia, Eltjen en ik, alledrie in tranen.
Eltjens afscheidsbrief op de volgende pagina heb ik, zoals jullie zien, altijd bewaard.
Ik begrijp natuurlijk dat Titia erbij geholpen heeft, maar ik was er toch blij mee en trots op. Ik kan oprecht zeggen dat alles wat hij over mij schreef ook omgekeerd het geval is geweest: ik heb het heel fijn gevonden dat ik hem zo lang les heb mogen geven en ik heb ook veel van hem geleerd: geduld, liefde, humor, vergevingsgezindheid, doorzettingsvermogen, vindingrijkheid.
Het noteren van mijn schoolherinneringen aan Eltjen heeft emoties opgeroepen.
“O, dy leave skat… ” denk ik steeds. Verder komen mijn gedachten niet of beter gezegd: verder wil ik mijn gedachten niet laten gaan, want dan beland ik in de niet te beantwoorden Waarom-vraag, die altijd in ons mensen opkomt als een jong leven eindigt.
We kunnen ons troosten met de gedachte dat Eltjen veel mensen met zijn liefde en zijn zonnige aard gelukkig heeft gemaakt in de 22 jaren die hij op aarde doorgebracht heeft en voor mij geldt: ik stel me voor dat hij, waar hij nu is, gewoon doorgaat met liefde en warmte verspreiden.
Ik wens jullie veel sterkte toe met het accepteren van de lege plaats die hij in jullie midden achter laat.